.
Filosofie staat open voor iedereen, maar zij is er niet voor
iedereen. Wie zich niet wil laten verleiden tot een onderzoekend en vragend
denken, kan beter iets anders gaan doen, - hetgeen meestentijds niet eens
gezegd hoeft te worden, omdat men überhaupt niet zal komen opdagen. En voor wie
op het verkeerde adres blijkt te zijn, zou het verkeerd zijn als de filosofie
zich dan maar aanpast. Filosofie is geen bezigheid om het iedereen naar de zin
te maken.
Het wordt tijd dat we spiritualiteit niet langer als een
afwijking of bizarrerie zien, als iets dat je overhoudt aan een ouderwetse
jeugd of een achterhaald geloof. Als zou het iets zijn waar een normaal modern
individu geen last meer van heeft. Het wordt tijd dat we spiritualiteit gaan
zien als een algemeen menselijk verschijnsel, voortkomend uit wat ons tot mens
maakt, nl bewustzijn. Een bewustzijn dat zich van woorden bedient en denkt, dat
zich vragen stelt en betekenis geeft, dat zich doelen stelt en een wereld
schept. Alles wat wij mensen doen en laten is getekend door deze denktaligheid.
Dat geldt ook voor spiritualiteit: zonder bewustzijn bestaat
zij niet. In spiritualiteit (en filosofie kan daar een vehikel voor zijn) buigt
de mens terug op zichzelf, als bron van betekenisgeving, en vraagt zich af wat
hij eigenlijk aan het doen is, en wat het betekent om mens te zijn in het licht
van hetgeen waarvan hij zich bewust is. Wat heeft alles dat hij door bewustzijn
in het vizier krijgt en dat ook door datzelfde bewustzijn wordt geproduceerd (minstens
qua betekenis) voor levensbetekenis? In spiritualiteit houdt de mens zich bezig
met het alledaagse universum als allesomvattende spiegelkast. Zin en
levensbetekenis zijn haar preoccupatie.
Voor deze zaken kun je een bijzondere gevoeligheid hebben,
of talent zelfs, maar ook zonder bijzondere gevoeligheid of talent heeft
iedereen er mee te maken, aangezien we betekenisgevende wezens zijn. Zo bezien
behoort spiritualiteit onontkoombaar tot de programmatuur van menszijn, zoals
ook andere behoeften en interesses daartoe behoren.
Zelfhulpboeken zijn de stichtelijke literatuur geworden van
het seculiere tijdperk. En zoals kerkgang levenslang is, zo ook zelfhulp, met
nooit ophoudende verkoop van telkens hetzelfde boek, net iets anders verteld,
door telkens andere predikheren.
.