Tuesday, March 27, 2012

Week 13

.


Ooit een complete mens ontmoet? Helaas, ze bestaan niet. Het streven ernaar is een illusie. Zou het een ‘hij’ of een ‘zij’ moeten zijn? Hoeveel kwaliteiten en interesses zou ‘het’ in zich moeten verenigen? Hoeveel behoeften en verlangens, en in welke mate? Hoeveel wilskracht? Met welke talenten? Hoeveel gevoel en verstand, en in welke verhouding? Elk mens is een nadruk, een eenzijdigheid, een particulariteit, - een aspect, zo je wilt. Slechts het geheel waar een enkele mens deel van uitmaakt, zou in aanmerking kunnen komen voor compleetheid, als zoiets niet louter een abstractie zou zijn, zonder vaste omlijning, - net als de mens. De mens in het algemeen bestaat nergens.


Menselijke conditie. De wereld is een oneindige caleidoscoop aan/van menselijke mogelijkheden, die tot gestalte komen, of worden geproduceerd, in respons op wat zich reeds voordoet, soms in een dans, soms als een steen in stromend water, - een dynamische constellatie van zich individualiserende facetten.


Welk aspect, welke menselijke mogelijkheid wil ik belichamen?


Subject worden? ‘Normale mensen’ bestaan slechts vanuit het perspectief van normen, nodig om het sociale verkeer te reguleren, zoals auto’s zich behoren te gedragen volgens verkeersregels. Maar heeft men weet van mensen voor zover zij geen bestuurder zijn?


Voorbij individualisme. Wie particulier wil zijn, moet andersoortige deelgenoten liefhebben – op z’n minst in een haat/liefde-verhouding - , om bij te dragen aan een geheel.


Heeft het zin om differentie te denken en verschillen te (willen) respecteren zonder een geheel te veronderstellen, en daarmee verwantschap met andersdenkenden, hoe vergaand ook? Bestaat er werkelijk een verschillend-zijn dat slechts vreemdeling is? (Het vergt een dieper speuren, en een bewustzijnsverruiming, op zoek naar het herkenbare.)


Van Gogh-museum: mijn tempel, mijn oplaadpunt voor een vermoeide ziel, mijn inspiratiethuis, mijn ruimte om weer op adem te komen, mijn heiligdom, mijn stilteplek in tijden van onrust en verandering, mijn paleis voor inkeer, mijn vulkaan in doods landschap, mijn binnenkamer om te ontsnappen aan onechtheid, mijn krachtcentrale, mijn oceaan in benauwdheid, mijn lentebloesem na de winter, - wat zou ik missen wanneer ik je niet regelmatig kon bezoeken!


Foto’s. Het is zelden dat de techniciteit van het fotografische proces niet instaat tussen kijker en beeld, - ook bij de toeschouwer.


Niemand had ooit de waarheid in pacht, al meenden sommigen van wel. Ondertussen durven weinigen nog te spreken in naam van ‘de’ waarheid. Echter, is dat een reden om elke opvatting maar voor lief te nemen? Mij lijkt dat, wanneer er niet meer zoiets als ‘de’ waarheid bestaat, het juist nodig wordt om telkens weer het gesprek aan te gaan, in een permanent debat. Zonder dat gesprek is er nog steeds sprake van ‘de’ waarheid, en wel door de eigen opvatting onaantastbaar te maken voor vragen of kritische kanttekeningen.


Is er een rechtvaardiging voor het vele schrijven dat ik doe? Ik ervaar het als onontbeerlijke hulp voor mijn innerlijke leraar. Om een queeste gaande te houden, tegen de zwaartekracht van het dagelijks leven in.


Het is niet uitgesloten dat ontwaakt leven geen enkel verschil maakt in de dagelijkse gang van zaken. Een verschil in beleving, in houding, - meer niet. Is het dan wel een ideaal?










.

Monday, March 19, 2012

Week 12

.




Morele en spirituele anorexia. Een van mijn motieven voor onderzoek is de dictatuur van valse idealen. In lifestyle magazines, in romans en films, in levenskunstverhalen, in ethische theorieën, in religieuze discoursen: overal tref je suggesties aan over geluk, over een geslaagd leven, over levensdoelen, - verhalen die veel beloven, maar waarvan het de vraag is of iemand ze ooit heeft waargemaakt. Je kunt zeggen dat het om pedagogische of didactische redenen was dat men zo’n onhaalbaar of onwerkelijk ideaal poneerde. Het kan om retorische dan wel commerciële redenen zijn dan men de boel heeft vereenzijdigd, overdreven, of anderszins vertekend. Blijft staan dat mensen die deze verhalen serieus nemen worden geïnfecteerd raken met irrealistische ideaalbeelden. Het is bekend hoe beelden uit de wereld van mode en entertainment invloed kunnen hebben op het zelfbeeld van tieners en houvast zoekende volwassenen, soms met desastreuze gevolgen (denk aan anorexia en andere eetstoornissen). Morele en spirituele ideaalbeelden kunnen evenzeer irrealistisch zijn, met navenante gevolgen. Zeker in een tijd waarin alles zich op de markt wil of moet bewijzen om aandacht te krijgen en te verkopen, is de kans op irrealistische voorstellingen van zaken groot. We kunnen dit als een onvermijdelijk bijverschijnsel van onze cultuur willen relativeren, maar is dat verstandig? Bestaat er niet ook een kans op morele of spirituele anorexia? En wat zijn daarvan de gevolgen? Van een periode waarin onze oriëntatie op deze gebieden beperkt was, en bepaald werd door een cultureel-religieuze hiërarchie, zijn we terecht gekomen in een tijd die keuzevrijheid weliswaar hoog in het vaandel heeft, maar waarin tevens die vrijheid sterk wordt uitgebuit door de retorica van de markt. Ik voel me daar niet wel bij. Zoals reclame ertoe leidt dat ik aanprijzingen van producten niet langer serieus neem, zo bestaat ook de kans dat ik cynisch word over alles wat zich aanprijst in de morele en spirituele supermarkt. Dat wil ik me niet laten gebeuren, en wel omdat het om mijn leven gaat en dat van mijn geliefden, en breder zelfs, onze cultuur. Met een groot woord zou je het ook ‘corruptie’ kunnen noemen. In ieder geval wil ik me bij deze tendens tot vertekening en vereenzijdiging niet neerleggen. Met mijn onderzoek wil ik bijdragen aan het vermogen om in deze materie te onderscheiden. Het kaf van het koren. Het onechte van het echte. Het effectbejag van het authentieke. Met valse schijn en de hang naar het onmogelijke heb ik niets (we hebben er teveel van in de wereld), - en zeker niet wanneer het leidt tot zelfbegoocheling.


De vraag is niet: hoe geraak ik ontwaakt of hoe zorg ik voor een opgeruimd gemoed? Maar: hoe optimaliseer ik mijn menszijn, mijn vrijheid, mijn menswaardigheid? En breder nog, en basaler: hoe ga ik mijn weg als mens, zonder fixatie op uiteindelijkheden. Dit verlicht enorm de queeste!


Over levenskunst heb ik wel iets uit te zoeken, en wel wat ik daar zelf onder versta. Zo vol als mijn huis is, zo vol is mijn hoofd met opvattingen van anderen. Maar wat vind ik ondertussen zelf? Ik dreig een geleerde te worden, door een teveel aan kennis waar ik zelf buiten sta. Een grote onthouding is nodig, en zelfonderzoek, om fris bij mijn eigen (opvatting van) levenskunst te komen.


Is een gemeenschap van gelijkgezinden nodig om je thuis te voelen in de wereld? Kun je zonder, wil je meer dan oppervlakkig leven?








.

Monday, March 12, 2012

Week 11

.


Het alledaagse leven gaat gewoon zijn gang, of ik nu aandachtig leef of niet; of ik mij instel op diepe acceptatie van het leven of niet; of ik van mijn leven een kunst probeer te maken of niet. Wakker zijn of in verwarring de dag doorbrengen, het leven trekt zich er niets van aan, laat staan de kosmos.


Levenslust heeft een andere kant: de vrees dat alles voorbij gaat. Bewustzijn versterkt dit besef, maakt het allesdoordringend. Altijd ligt deze existentiële angst op de loer, ook wanneer ik geniet. In combinatie met verbeelding is hij bovendien buitengewoon productief, tal van spellen creërend ter bezwering.


Niets blijft, alles verandert. ‘Wezen’, ‘substantie’, ‘ziel’, ‘zelf’, ‘god’, ‘eerste oorzaak’, ‘vorm’, ‘idee’, ‘doel’, ‘systeem’, ‘eenheid’, en andere metafysische begrippen: het zijn geen toevallige termen. Ze lijken allemaal ooit te zijn bedacht om onvergankelijkheid denkbaar te maken, en te houden, in een wereld van veranderlijkheid. Wat als blijkt dat al deze concepten niets dan denkbeeldig zijn, zonder enige aantoonbare grond in de werkelijkheid? Wat als zij slechts producten blijken van een menselijke behoefte, als toevlucht voor het besef van basale onzekerheid, ter bezwering van de angst voor allesdoordringende vergankelijkheid? En wat dan te doen met dit existentiële onbehagen?


Kosmologische vragen en argumentaties in de filosofie (zoals: ‘Is het heelal oneindig?’, en ‘Hoe is het heelal ontstaan?’) zijn niet onschuldig. Ze willen iets anders bewijzen dan waar naar gevraagd wordt. Wat? Opvallend is dat voornamelijk theïstische denkers een punt maken van dergelijke vragen. Vroeg of laat komt dan ook het bestaan van God om de hoek kijken. En begrijpelijk: wie heeft er buiten theïstische kringen iets te zoeken in deze uiterste regionen?


Slaven zonder meester. Slavernij afgeschaft? Wat te denken van al de mensen die worden ingesnoerd door een rigide arbeidsdeling, veroordeeld tot het uitvoeren van een beperkt aantal handelingen? Wat te denken van diegenen die in hun werk niet veel meer zijn dan een (al dan niet flexibel) onderdeel van een volstrekt gemechaniseerd systeem, computers en protocollen inbegrepen? Wat te denken van al die mensen die omwille van een carrière gedwongen worden tot een uiterst eenzijdig interessegebied? Het verschil met andere, meer ‘traditionele’, nog steeds voorkomende vormen van slavernij: zij is zelfgekozen, - of althans, dat wil men hen doen geloven. Probleem is: wie is die ‘men’? En is bij deze contemporaine slavernij aanwijsbaar wie de ‘meesters’ zijn?


Voorbij teleologie. Welke gedachten, welke idealen en utopieën, welke hoop op vooruitgang en geborgenheid vallen niet allemaal weg, wanneer je doelmatigheid uit de kosmos wegsnijdt, en daarmee ook uit alles wat leeft? Wat als elke samenhangende eenheid, met bijbehorende doelen, een menselijke creatie blijkt, of een schone wens, en geen natuurlijk gegeven? Wat als ons doen en laten niet (langer) ingepast kan worden in een noodzakelijke morele orde? Is er dan wel iets van lijn te bespeuren in de geschiedenis? Hebben termen als ‘volmaaktheid’ en ‘ideaal’ dan überhaupt nog wel zin? Zin? En wat te denken van hoop?


De menselijke conditie. Het zou kunnen dat onze vragen, behoeften en verlangens niet veel verschillen van die van mensen uit andere tijden en culturen. Oude Grieken, Chinezen en wij: zijn we niet allen mensen? Verschillend zijn evenwel de condities waarin die vragen etc zich stellen en met welke middelen zij geadresseerd worden (inclusief taal, kennis, materiële omstandigheden etc). Dit verschil is precies de reden waarom ook filosofie zich telkens weer dient te vernieuwen en er geen formules bestaan voor eeuwige waarheden.








.

Monday, March 5, 2012

Week 10

.



Zelfverzuring. Frustratie, onderhuidse woede, ressentiment, en in het uiterste geval regelrechte haat: het circuleert allemaal in verbazingwekkend grote hoeveelheden. Van alle dagen klagen tot catastrofe-theorettes, - in oplopende creativiteit. Reactieve en zelfdestructieve creativiteit. In naam keert men zich tegen anderen, uiteraard, maar wie heeft er het meeste last van? Heb nooit begrepen hoe mensen het aan zichzelf kunnen toestaan om in zelfverzuring het eigen leven (en dat van anderen) te vergallen. Wil eruit komen! Als er iets de moeite van het bevechten waard is, dan is het deze agressiviteit jegens zichzelf. Niet door ‘positief denken’ of andere struisvogelstrategieën, maar door werkelijk te willen begrijpen wat er gaande is, en eventueel actie te ondernemen, - of de boel te laten rusten.


Verlangen naar verveling, naar creatieve leegte, - en: de minst schrikwekkende gelegenheid om existentiële angst en zijn spellen onder ogen te komen.


Wat is er mis met hetgeen wordt aangeduid als het ‘zelf’, ‘ego’, en soortgelijke termen? Of gaat het vooral om het zichzelf identificeren met dergelijke termen?


Ook al lijken discussies soms het tegendeel te willen bewijzen, ik geloof niet dat het enige zin heeft om te proberen andersdenkenden te overtuigen van hun ongelijk, zeker wanneer het een volstrekt andere levensopvatting betreft (bijvoorbeeld een religie). Ik ken niemand die existentieel aan het twijfelen is geraakt door louter argumenten. Overtuigingen zijn basaal geen redelijke zaak. Zij vertolken een levensgevoel, - iets dat meer is en machtiger dan denken en dat ons ‘vooroordeel’ conditioneert. Behalve dat overtuigingsdrift zelden het gewenste effect heeft, creëert het bovendien veel onnodige negativiteit, met in het kielzog verkramping en een loopgravenoorlog. Wie heeft er wat aan? Het enige wat telt (en misschien ook het enige dat overtuigend is voor wie op zoek is naar een alternatief): oprecht en waarachtig blijk geven van de eigen leef- en denkwijze, méér niet, - en dus zonder de ander iets te willen opdringen, met respect voor diens vrijheid. Er is evenmin reden, overigens, om een verschil in opvatting achter te houden of te maskeren. Ik kan zelfs menen te weten waarom een andere levensovertuiging een misvatting is (hoe zou ik een dergelijke mening niet kunnen hebben wanneer ik mijn eigen zit in het leven serieus neem!), maar dat betekent nog niet dat ik er iets aan ga doen om de ander van opvatting te laten veranderen, - tenzij er een gemeenschappelijk onderzoek is overeengekomen, met de bereidheid om een (eind)oordeel op te schorten. Maar zulke situaties zijn zeldzaam. De enige reden om daadwerkelijk te interveniëren is wellicht wanneer de vrijheid van meningsuiting zelf op het spel staat.


Het kernprobleem van spiritualiteit is niet lijden, het kwaad of begeerte, maar bewustzijn, - dat wat ons doet verschillen van dieren én hetgeen waardoor er überhaupt sprake kan zijn van spiritualiteit.


Er is langzaam opklaren en er is plotseling wakker worden. Het eerste lijkt aan het tweede vooraf te gaan.


De rerum natura. In hoeverre heeft hedendaagse filosofie de fysica nog nodig om een punt te maken? Wat zou de ‘natuur der dingen’ moeten bewijzen of ondersteunen? Is iets filosofisch wel relevant wanneer het fysica nodig heeft om aannemelijk te worden?





.